EEN REIS DOOR DEN STERREDEMEL
Een van de vreemdste en aangenaamste begoochelingen
waaraan de menscheiijke geest geneigd is zich gedurende den
slaap over te geven, is de telkens lerugkeerende droom,
waarin de slapende zich verbeeldt de magt te bezitten om
te vliegen. Hij wordt van den grond opgenomen en drijft
zonder moeite boven een steeds veranderend panorama. Hij
zweelt over de oppervlakte van blaauwe zeeën; hij dwaalt
door oostersche woudenhij trekt de rotsen en bergen der
Alpen over; hij laat gewone landschapstooncelen achter zich
en treedt een vallei binnen, zoo paradijsachtig mooi, als men
ze nooit op aarde aantreft. Hij gevoelt zelf wel dat tooneelen
van zulk een onovertrefbare schoonheid slechts droomen zijn
en hij doet daarom moeite om niet wakker te worden en
zijn huiselijke kamer te. zien in plaats van die schitterende
schimmen. Het is een opmerkelijk psychologisch verschijn
sel, dat dezelfde tooneelen zich in droomen aan denzelf-
den persoon, na verloop van dagen, maanden en jaren op
nieuw vertoonen. Landschapsdroornen kunnen niet naar wil
lekeur opgeroepen worden zij keeren nit, eigen beweging
terug, en hangen waarschijnlijk van verschillende omstandig
heden van ligchaam en geest af. Maar zeker is het dat zij
wispelturig en ongeregeld terugkeeren en als schimmen ko
men en gaan.
Het zou een heerlijk voorregt zijn als wij in staat waren
onze nachlgeziglen te hehecrschen en ons zeiven een schouw
spel te schenken, dat, naar verkiezing, belangrijk, nuttig of
prachtig zijn kon. De beste wijze om dit te bevorderen is
het lezen van hel een of ander hoek, dat door de magt van
i