2 zijn onderwerp en de tooverkracht van zijn stijl den geest naar verwijderde oorden en lol lang vervlogen tijden terug voert. Een bijzonder vlugtige droom, die honderden men- schen zoo gaarne zouden oproepen is niet een voorbijgaande gezigt op aardsche zaken maar één enkele blik op hemelsch gebied, op groepen van werelden en sterrebeeldendie zouden kunnen dienen om eenig onvolmaakt denkbeeld te geven van het groote plan en de bestemming van ons eigen hoekje in het heelal. Laten wij dan eens beproeven om wakende ons zoo hoog te verheffen, daar wij onze sluimerende geesten daar niet toe kunnen opwekken, en hoog, hoog boven dat geringe, mikroskopische stofdeeltje klimmen, dat door dé menschen de Aarde genoemd wordt. Het is waarlijk gering en mikroskopisehin vergelijking, schoon het een omtrek van vijf duizend vier honderd mijlen heeft, van de eene pool lot de andere. Jupitfr alleen is gelijk aan dertien honderd Aardes; de Zon aan een millioen vier honderd duizend Aardes Sirius aan elf millioen tweehonderd duizend Aardes. Maar al die ontzettende hoeveelheid stof is nog niets, altijd in vergelijking. Zie eens naar den hemel bij een heldereonbewolkte lucht; het donkerblaauwe gewelf is met sterren bezaaid wier getal raadselachtig is. Wie kan ze lellen? Geen levend schepsel; en het is ook niet waar schijnlijk, dat er iemand ooit leven zal, die dat kan doen. Want men veronderstelt dat haar getal zonder einde is. Meer dan twintig duizend sterren staan reeds in onze lijsten opgeteekend. #Toen William Herschell enkele gedeelten van den Melkweg beschouwde, zag hij meer dan vijftig duizend sterren voorbij het vlak van zijn sterrekijker gaan in één enkel uur en in een streep van den hemel van slechts twee graden breed. Laplace geeft toe dat er wel tien dui zend millioen sterren zullen bestaan hij zou hebben kunnen gissen dal er wel een millioen maal duizend millioen wa ren, en toch nog beneden de waarheid gebleven zijn. Neem de som van de grootte van deze allen te zamen en zeg mij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 62