dan of de Aarde niel een mikroskopisch slofje is, ofschoon wij haar met een groole A spellen? liet wonder bestaat ei genlijk hierin dat de kleine diertjes, die over de oppervlakte van dit nietsbeteekenend stofdeeltje rondkruipenbegaafd zijn met genoeg verstand en magl om te denken over de natuur van de zon en de inrigting van hel heelal. Maar de menschelijke gedachte en verbeelding kunnen ge makkelijk bevatten, dal buiten de ruimte, die onze oogen, ol onze inslumenlen kunnen melener een ruimte beslaat die honderd duizend maal grooter is dan deze, dan de ein dige ruimte, die onze eindige zin- of werktuigen kennen. Wanneer eenmaal de geest de hoogte heeft bereikt, wier top ontoegankelijk is voor het menschelijk begrip, buigt hij zich verwonderd en ootmoedig neer voor de onmetelijke magt van Hemdie het plan voor het heelal ontwierpwaar hoe uitgestrekt het ook zij van eeuwigheid lot eeuwigheid volmaakte orde heerscht. Niels, of bijna niets, is ons bekend van de natuurlijke gesteldheid der sterren. Daar zijn sterren die met een wit, blaauwachlig, geel of roodachtig licht schijnen; daar zijn enkele sterren, zooals onze zon; en daar zijn sterren, die te zamen en met zich drieënom elkander wentelenof liever om haar algemeen zwaartepunt. Hel is aan de sterrekundigen gelukt, om door uilgevon den middelen, aan welker juistheid men geen reden heeft te twijfelenden afstand der digtst bijgelegen sterren te berekenen. Nu gaat het licht drie honderd en acht millioen ellen in ééne seconde, en het licht van de digtst bij- zijnde vaste ster heeft zes en een half jaar noodig eer het ons bereikt; in andere woorden, verondersteld dal de ster geheel vernietigd waszouden wij toch voortgaan met haar te zien gedurende meer dan zes en een half jaar na dat zij van haar standplaats in den hemel verdwenen was. Wanneer deze afstand rekenkunstig lot mijlen gemaakt is, wordt zij een rei cijfers, die te lang is, om een duide- O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 63