6
vlakken op de zon houdt, niets is dan vlekken op uw glazen
of in uw oogen." Scheiher gehoorzaamde aan den raad van zijn
meesterzeide niets meer van de vlekken op de zon en ging
heen na toegestemd te hebben dat zijn oogen verkeerd hadden
gezienen dat Aristoteles gelijk had. Maar met de vlekken
op de zon was hel niet zoo spoedig gedaan. Een raadsheer
te Augsburg, Vkiser genaamd, die over de nieuwe ketterij
had hooren fluisteren schreef aan Galilei. De groote ster-
rekundige antwoordde, dat de oogen van Scheiner goed ge
zien hadden en dat hij-zelf die vlakken sinds eenigen lijd
had opgemerkt.
De omvang van deze steeds veranderende vlekken is soms
verbazend groot; zij bedekken een oppervlakte, die vrij wat
grooter zou zijn dan de geheele aarde indien deze vlak in
plaats van holachtig rónd was. liet eerste gevolg van deze
ontdekking was dat de zon, die altijd als volkomen onbewe
gelijk in hel midden van het heelal beschouwd was, een
draaijende beweging om haar eigen as bleek te hebben. Door
den tijd op te merken dien iedere vlek noodig had om tot
dezelfde schijnbare plaats terug te keerenbevond men dat
de zon een geheele omwenteling in omstreeks vijf en twintig
en een hal ven dag volbragt Dus is de duur van een zon
nedag, (welke dag evenwel naauwelijks een verandering van
licht en donkerheid zooals de onze, kan ondergaan,) gelijk
aan een geheelen dag op aarde en zelfs nog iets ineer. De
grootte van de zon is benaauwend om er aan te denken. Als
wij veronderstellen dal de aarde in het midden van de zon
geplaatst was, zooals de pit binnen in de persik, zoodat haar
twee middelpunten op elkander lagen, dan zou de geheele
loophaan der maan binnen het vaste ligchaam der zon val
len, ongeveer halfweg tusschen het midden en den rand.
Daaromom de waarheid te naderenmoeten wij ons een
ronde massa voorstellen, wier stralenkrans zich van het
middenpunt der aarde tot tweemaal den afstand van de maan
uitstrekt, Een schip, dat de aarde in drie jaren omzeilt,