7
zou veel meer dan hel langdurigste mcnschenleven noodig
hebben, ongeveer drie honderd jaren, om op dezelfde
wijze varende rondom de zon dezelfde reis te maken. Daarom
moet de studie van de zon en alles wat betrekking heeft op
uitgebreide reizen rondom de zon, een moeijelijke laak voor
de zonbcwoners zijn, wanneer bun leven ten minste niet wat
langer duurt dan hel onze. Denk, na dit alles, nog aan de
grootte van dat grootsche licht, de Hondster, dal berekend
wordt acht malen grooter te zijn dan de zon. Het gewigt
of de zwaartekrachtis acht en twintig maal grooter op de
oppervlakte der zon, dan op de oppervlakte der aarde. Een
volwassen mensch, zooals een van ons, zou als hij op de zon
viel van een hoogte gelijk .aan zijn eigen grootte verpletterd
worden, als of hij zich hier op de aarde van een toren naar
heneden had geworpen. De olifanten en rhinocerossendie
daar acht en twintig maal meer zouden wegen dan op hunne
aardsche woonplaats, zouden onbewegelijk zijn; hunne spieren
zouden hun geen dienst meer bewijzen, wanneer het een of
ander ongeluk hen naar een woud op de zon overplaatste. Als de
beroemde «Zweedsehe reus" Ier bezigtiging naar de zon werd
gestuurd zou hij op den grond zinken, plat gedrukt door
de kracht van zijn eigen zwaarte. Verondersteld dat de zon
een bevolking heeft, een veronderstelling die algemeen en
tegenwoordig met grond is aangenomen moeten wij ge-
loovcn dal die uit kleine, brooze schepseltjes bestaat, met
uiterst ligte en fijne gedaanten. De éénige ligchamelijke vorm
die mogelijk schijnt in de omstandigheden, waarin zij daar
geplaatst zijn, is gelijk aan die waarmee onze verbeelding de
nimfen der bosschen en de sylphen in de lucht bekleedt;
zij moeten van dauw en damp gemaakt zijn bij elkander
gehouden door heenderen van herfstdraden en spieren van
spinnewebben.
Zoo kwam men door de vlekken tot de ontdekking van
haar natuurlijke gesteldheid. Men bevond door kunstige
waarnemingen dal die vlekken niets anders zijn dan gaten