10
bezit om warmtestof terug te kaatsen. De geheelc zon heeft
een ronddraaijende beweging om baar as en ieder van haar
deeltjes doet dezelfde beweging mede Behalve deze omdraai-
jing worden de zon en ieder van haar stofdeeltjes beroerd
door de trillende beweging, die men waarneemt bij alle lang
werpige ligchanfen.
En vergeten wij nu niet den ontzettenden omvang van de
zon zóó ontzettend groot dat al de planeten en haar wachters
te zamen genomen, er nog niet bet zes honderd en vijftigste
gedeelte van uilmaken. Dit aangenomen, wat is meer
noodig om de planeten de kinderen van de zon Ie doen zijn?
Niets dan krachtige en ruime draaijingen der zon, ten einde
een gedeelte van haar eigen zelfstandigheid huilen haar gloei-
jenden dampkring te werpen. Van dezen aard zijn de vul
kanische uitbarstingen en de aardbevingen op onze eigen globe,
die voortgezet worden door schuddingen en overstroomingen.
Daar de beweging van de zon van het westen naar het oosten
gaat, moet alles wat van de zon komt natuurlijk ook den
zelfden loop en daarenboven nog een voortgaande beweging
in dezelfde rigting hebben. De wachters maken ook een ge
deelte uit van de zon; maar langzamerhand zijn zij in de
ruimte ontstaan door de uitbarsting van de planeten rondom
welke zij nu wentelen. De maan, bij voorbeeld, is de dochter
van de aarde. Zulke uitbarstingen gebeuren tegenwoordig
zonder twijfel nog in andere werelden. Wanneer de uit
barstingen plaats hebben in eene bijna lijnregte rigting, is
de kracht, die haar veroorzaakt, vereenigd met de middelpunt
schuwende kracht en de bestanddeclen der zon worden uit
gestrooid in gedeelten en op afstanden die groot genoeg zijn,
om de planeten van ons stelsel zamen te stellen. En als,
daarentegen de uitbarstingen in een andere rigting plaats
hebben, zijn de kleine gedeelten, die slechts buiten de gren
zen van den brandenden dampkring der zon kunnen geworpen
wordenbestemd om de hemelen in alle rigtingen te door
kruisen en worden kometen, of andere sterren, met meer of