12 daan Van een andere nog grootere zonbij welke de onze niets meer dan een planeet of slechts een wachter zou zijn. En deze andere zon? Van een derde, nog groolere. En daarna, wat dan? En wederom, wat dan? Tot welk eerst begin kunnen wij de wetten en de beweging toeschrijven die de eeuwige almagtige Regeerder heeft bevolen dat er in Zijn Heelal bestaan zouden? Wat hij moge doen of wat hij moge zoekentoch is de meest onafhankelijke men- schelijke geest verpligt zich ten laatste weder te buigen en de onbegrijpelijke magt te aanbidden van den Heer der zonnen en werelden. Al wat wij weten is, dat nog eer de bergen waren voortgekomen en eer de aarde en de wereld gegrondvest waren, er Een was, die van eeuwigheid af re geerde en die de wereld ten einde toe zal blijven besturen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 72