29
de kaars in de oogen. Dezen scheen nu een licht op te gaan.
Hij nam de kaars mede en weldra kwam hij mei nieuwe ver
lichting aan. Neef begon al over zich zei ven te vreden te
worden. Hij schreef een briefje aan den kapitein van den
Batavier, waarin hij dezen verzocht aan den brenger zijne
koffers enz. uit te leveren. Dit was dus bezorgd hij kon
nu gerust slapen. Men sliep dan ook
Midden onder de verrukkelijkste tentoonstellingsdroomen
werd Tobias gewekt door een hevig bombardement op zijne
kamerdeur. "ij slak zijn loom hoofd buiten de fraai ge
bloemde bedgordijnenorienleerde zich eenige minuten en
kwam toen tol de inwendige convictie, dat men bij hem
aanklopte. Met dit lumineus idee sprong bij ten bedde uit,
opende de deur en zag de waardin die nog steeds met alle
magt met het achtereinde eens bezems tegen de deur beukte.
Zij had juist een afschcidsslag willen toebrengen toen neef
de deur opende. Dit scheen haar toch niet afgeschrikt te
hebben want hij voelde den bezem met eene zeer gevoelige
versnelling, tegen zijne linker kuit terugkaatsen. Hij was
wakker.
Na eenige pligtplegingen wie de volledig uitgeruste lam
petkan en wie de oorlooze zoude gebruiken, waren beiden
spoedig klaar, ontbeten en gingen nu beraadslagen hoe zij
het Tentoonstellingsgebouw, hel doelwit van hun streven,
zouden bereiken. Tobias riep den waard en liet hem vra
gen om een plaatje, waarop hel gebouw in al zijn glorie
stond afgebeeld. Men zegtEen goed verstaander heeft maar
een half woord noodig;" de waard scheen dit in de superlatif
te zijn: hij had geen kwart lettergreep noodig. Ilij wenkte
zijn gast, dat deze hem zou volgen. Onderwijl had neef
met genoegen bemerkt, dat zijne koffers enz. gekomen
waren; een pak van zijn hart! De waard wenkte een om
nibus, die juist kwam aanrijden; deze hield stil, neef zette
zijne ega er in en klom er zelf boven op. Spoedig bereikten
onze reizigers het doelwit van bun streven hun Beloofd Land.