31
oogenblik was het gedrang zoo sterk dat zijne beide ar
men als het ware aan zijn ligchaam gestijfseld waren; hij
moest dus eenige minuten, gelukkig, ten minste wat be
hoedzaam medeloopen, lot hij eindelijk zijn hoed, welks
fatsoen de mode nu wel eene eeuw scheen vooruit te zijn
kon afstroopen. Deze bleef eenige malen aan zijn neus
haken die hier buiten zijn gewoon werk nog dat van
weerhaak waarnam; eindelijk echter gelukte het hem toch
zijn hoofddeksel af te nemen. liij zocht nu dadelijk naar
zijne vrouw; maar zag niets dan naluurgenootendie hem
uitlachten. Hoe kon Door daarbij zijn!! »Ja," zeide i ij
hij zich-zelven: »ik hen door en door doordrongen door Door
doorgaans slechts in zeer dringende omstandigheden verlaten
te worden." Zoo maalde hem Door door het hoofd. Hij
wist niet heter dan op klagenden loon den naam zijner hu
welijksgezellin te lispelen, hetgeen weldra in een oorver-
doovend geschreeuw van Dorothea, Dorothea! overging.
Doodsch stilzwijgen ten minste van wege zijne gade want
de omstanders begonnen te schudden van het lagchenop
het aanschouwen van het jammerlijke figuur, dat Tobias op
leverde, zoo dat eene merkbare golving in de menigte ont
stond; er kwam wal ruimte. Zijn schreeuwen hielp hem toch
iels. Zijn instinct gaf hem in, al schreeuwend maar rond
te gaan; doch de uitkomst beantwoordde niet aan zijne ver
wachtingen. Nadat hij drie kwartier het gebouw in de
schrikbarendste benaauwdheid was doorgestevend besloot hij
eindelijk hel zoeken op te geven en zijne vermoeide longen
wat rust te gunnen. Als een vertroostend denkbeeld schoot
hem te binnen dat Dora welligt naar het logement zou zijn
teruggekeerd, maar dit maakte weldra voor een meer ont
moedigend schrikbeeld plaats. Zij hadden niet eens gedacht
den naam van hun logement te welen te komen, laat slaan
van de straat, waarin hel zich bevond. Nu klom zijne wan
hoop tot den hoogslen graad. Onder deze treurige bespie
gelingen stapte hij het gebouw uit als eene geknakte lelie;