57 Verdediging was evenwel onmogelijk tegen het aantal van de aanvallers die nu naderden. De straat was opgevuld met soldatendie dreigden de deur open te brekenwanneer zij niet geopend werd. En daar het slechts al te waarschijnlijk was dat zij hunne bedreiging in weinige minuten ten uit voer zouden brengen werd er aan hun eisch gevolg gege ven om hen niet onnoodig te verbitteren. Zij stormden binnen met uitgetrokken zwaardenaange voerd door een kapitein Martin genaamd en allen roepende TueTue Hun eerste werk was om den meester en zijn dienaren te ontwapenenen hem met de twee jongens in een hoek van de kamer te plaatsen. »Wie van u er op gesteld is, zijn gebed te doen moet zich haasten zeide de kapitein Martin, «want gij allen moet binnen de vijf minuten sterven." M. de la Force behield zijn zelfbeheersching en antwoordde: «Doe wat gij wilt met mij, ik ben bereid te sterven binnen vijf minuten, als het noodig is; maar hebt mede lijden met deze kinderen, die niemand beleedigd hebben. Gij zult er niet bij winnen met hen ter dood te brengen. Door hun leven te sparen integendeel, kunt gij groot voor deel behalen want ik heb de middelen om uw gematigdheid te beloonen, door een aanzienlijk losgeld te betalen," Dit laatste maakte eenigen indruk op kapitein Martin en zijn soldaten. Zij staken de sabels in de schede en verspreidden zich om het huis te plunderen. Maar de noodige sleutels niet kunnende vinden, daar de persoon die ze bewaarde, de vlugt had genomen braken zij de gesloten deuren open en al de doozen en koffers, die op het voorplein verspreid stonden. In korten tijd was alles wat M. de la Force toe behoorde, al zijn geld, huisraad en kleederen, in hunne banden overgegaan. Na de plundering, kwamen kapitein Martin en zijn sol daten tot de gevangenen terug en zeiden hun met veel vloeken dat zij moesten sterven daar de soldaten last hadden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 97