40
hun woord verdund binnen zekere grenzen en op bepaalde voor
waarden alleen te wonen en indien zij al niet een spoedig
einde van den langdurigen oorlog durfden hopenstelden zij
zich ten minste de mogelijkheid voor, om eens tegen Engel-
schen van denzelfden rang, die in Frankrijk gevangen werden
gehouden, uitgewisseld te worden en daar zij over het algemeen
goed werden behandeld en in fatsoenlijk gezelschap konden
verkeerenwas hun toestand, hoe pijnlijk ook voor krach-
tigen van geest, die zich in verschillende betrekkingen
wenschten te onderscheiden, toch ten minste vrij dragelijk,
en in enkele gevallen zelfs gelukkig Een Fransche gevangene
van hoogen rang, wiens naam wij ons op dit oogenblik niet
kunnen herinneren, was gedurende het grootste gedeelte van
zijn gevangenhouding, een welkome gast bij den hertog van
Devonshire, op diens vorstelijk kasteel, te Chatsworthin
Derbyshireen men zegt, dat hij bij het einde van den
oorlogop onderscheidene bezoeken die hij den hertog bragl
verklaarde, dat hij den tijd als den gelukkigste van zijn leven
beschouwde, toen hij zijn woord had gegeven om als gevangene
in Engeland te blijven. Van 1803 tot 4814 schonden ver
scheidene honderden Fransche officieren hunne belofte, en
ontsnapten uit Engeland. Het aantal Engelsche officierendie
op dezelfde ongeoorloofde wijze handelden, en uit Frankrijk
ontsnapten is naar evenredigheid veel geringer. De gemeene
soldaten en matrozen werden natuurlijk niet op hun woord
vertrouwd maar in kazernen en gevangenissen opgesloten
waar zij de vervelende uren hunner gevangenschap, die
in hun geval zwaar was te dragenmet spelen zochten
te doodenof met zich zoo goed mogelijk bezig te houden
met de hierboven genoemde werkjes. Van 1805 lot 1814
werden 122,440 Fransche gevangenen naar Engeland gevoerd
(bet meerendeel kwam in 1808, 1809 en 1810); hiervan
stierven er 10,541 in de gevangenis; 17,607 werden uitge
wisseld of als invaliden op hun eerewoord naar Frankrijk
gezondenen de overigen werden bij den vrede vrijgelaten.
Wat de verdeeling van deze gevangenen in depóts betreft,