43 werd afgelegddikwijls vele dagenen werd door menige moeijelijkheid vergezeld. Bovendien waren die gens-d'armes meestal streng en dikwijls onbeschoft in de uitoefening van hunne almagt. Zij boeiden niet zelden den gevangenen de handen, om het even of het officieren, soldaten of rei zigers waren en noodzaakten hen om onder dien belee- digenden dwang te loopen terwijl zij zclven verantwoord warenals zij maar den hun teeverlrouwden last veilig aan het depot hadden afgeleverd De gevangenen op hun eere-woord waren vrij in de stad die hun tot woonplaats was aangewezenalleen moesten zij zich melden en zich aan monstering onderwerpenen zoodra men hen noodig had bij de hand zijn maar het was hun niet geoorloofd buiten bepaalde grenzen te wan delen of gedurende den nacht afwezig te blijven. Indien zij dat gebod overtraden, werden deze vrijheden verkort, of soms geheel ingetrokken; en indien zij beproefden om te ontsnappen, de zedelijke misdaad bedrijvende van wal men aanduidde door «schennis van de parole en terug werden ge- hragtwerden zij gewoonlijk weggezonden, om het harde lot van de gemeene gevangenen te deelen; wanneer zij integendeel zich goed gedroegenhadden zij zich weinig te beklagen over hunne persoonlijke behandeling, want de Fransche bur gers gedroegen zich gewoonlijk goed en hartelijk jegens hen; en niet weinige vrolijke Fransche meisjes schonken haar hand en haar hart aan Engelsche officieren en gevangenen. De Fransche regering stond hun 4 pond 3 sh. in de maand toewat natuurlijk niet voldoende was voor hun bestaanen zij die geen vrienden hadden in staat om hun geld uit Engeland over te zendenwaren er slecht aan toe. Het meerendeel ontving evenwel herhaaldelijk ondersteuning van huis, en edelmoedig vestigden zij een fonds, om hunne arme medegevangenen te hulp te komen. Het Fransche gouvernement schonk geregelde toelagen aan alle officieren. De kolonels en oversten kregen b. v. iedere maand 4 pond, en de andere officieren te land en ter zeenaar evenredigheid

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 105