45
en met het erosie van alles, iets onverdragelijks voor den
Engelschen Jan IVIaalmet geheele ontbering van tabak wat'
voor hem nog harder te dragen is dan wanneer men hem zijn
grog weigert. Maar iedere persoonlijke aanslag op de sol
daten of de gens-d'armes was een ernstige beleediging, en
de doodstraf stond er op, wanneer men den misslag had be
gaan van een gens-d'arme te slaan en soms werd deze
vreeselijke en gewelddadige straf wezenlijk toegepast. De
gevangenis-kleeding bestond uit een grijs buis en broek en
een strooijen hoed. Om de eene of andere oorzaak waren
alle klassen van gevangenen officieren en op hun woord
teruggeblevenen er onder begrepen onderhevig aan een on
verwachte verplaatsing naar een ander en soms zeer afgelegen
depot, wat altijd een gestrenge straf op zichzelve was, daar
men onderweg altijd veel ellende te verduren had. Vele
gevangenen stierven dan ook gedurende zulke verhuizingen.
De grenzen die wij onszelven voor deze mededeelingen
gesteld hebbenstaan ons niet toe in nadere bijzonderheden
te treden aangaande den toestand der krijgsgevangenen in
Frankrijk, en wij gaan nu verder voort met een weinig te
verhalen van de behandeling van gewone krijgsgevangenen
in een ander lar.d gedurende dien zelfden tijd. Ten gevolge
van het verschrikkelijke, en volgens onze bijzondere mee
ning, onregtvaardige bombardement van Koppenhagen
in 1807, viel een aanzienlijk aantal gevangenen, bestaande
grootendeels uit de bemanning van Engelsche koopvaardij
schepen in handen van de natuurlijk verwoede Denen.
De meesten werden in de Sond, het Kattegat en de Kleine
en Groote Belt gevangen genomenen zij schijnen vooreerst
naar Koppenhagen te zijn gezondenwelks puinhoopen nog
rookende waren tengevolge van de Britsche bommen en de
raketten van Congreve. Terwijl wij ons persoonlijk te Koppen
hagen ophielden, hebben wij letterlijk ons bloed van toorn
voelen kokentoen de Denen ons de verwoesting beschreven
die onze landslieden hadden teweeggebragt, lang voordat wij
onze opgen voor deze wereld openden. Wij maken hiervan