51
lezers te zullen vinden onder u Kadets van de Koninklijke Mili
taire Akademie want ik wilde u spreken over van Emde een
mijner vrienden, die eenmaal in dezelfde zalen zijn opleiding
genoot, waar gij u thans beweegt; die, even als gij, met
vol vertrouwen op de toekomst zijn militaire loopbaan be
gon maar die ongelukkig zijn jeugdig leven op Borneo
verloor. Wij zeggen ongelukkig, omdat men daarbij denken
moet wat hij nog voor het leger en voor zijn vrienden had
kunnen wegendoch aan den anderen kant moeten we er
bijvoegen, zijn dood was roemvol.
Van Emde werd in 1852 tot 2,le luitenant van de infan
terie benoemd en was voor de dienst hier te lande be
stemd doch in 1858 werd hij op zijn verzoek voor vijfjaren
bij het Indisehe leger gedetacheerd en ingedeeld bij het 7<le
bataillon infanteriedat spoedig daarna naar Borneo vertrok
en eene niet geringe rol in den Banjermassingschen krijg
speelde. Men denke niet dat deze krijg een geregelde oorlog
is volstrekt niet, het zijn guerillabenden waarmede men
te doen beeftdie zich plotseling vertoonen daar waar men
haar het minst verwachthet zijn benden die hoogst zelden
en alleen dan een aanval wagen, wanneer zij de gunstigste
kansen vóór zich hebbenmaar die ook plotseling weder
verdwenen zijnzoodra zij zich niet tegen de magt onzer
wapenen opgewassen rekenen. Zeer zelden houden zij stand
en dan nog nimmer in het open veld; verscholen in de
alang-alanggedekt achter hoornen en struiken, of wel in
versterkte bentingstrachten zij onzen wapenen afbreuk te
doen maar wanneer het gevecht geleverd is en men tot de
vervolging wil overgaan vindt men geen vijand meeralleen
bloedsporen kunnen soms aantoonen dat zij met verlies zijn
terug gelrokken maar begunstigd door het terrein spoor
loos zijn verdwenen, hunne dooden en gekwetsten met zich
voerendezonder dat het aan de ijverigste vervolging kan
gelukken den vijand te achterhalen of te ontdekken.