S3 Hij rapporteerde dit aan den kapitein van Oijen die nog denzelfden avond 80 man kommandeerde om den volgenden morgen op nieuw den marsch aan te vangen. Dit sterkere detachement werd wederom onder de orders van van Emde gesteld, aan wien de 1" luitenant Verspijek en de 2e luite nant van der Wijek waren toegevoegd terwijl de '2e luitenant Beijens met 20 man als reserve zou achter blijven. De officier van gezondheid le Rutte kon ditmaal wegens bij zondere omstandigheden dezen marsch niet mede maken. In den morgen vat) den I3a«" September, ten 6 ure, ging de kolonne 60 man sterk, op marsch, en ongestoord werd tot in de nabijheid van Soengey-Malang voortgetrokken toen echter vertoonden zich twee met buksen gewapende inlanders, die aan de naderende kolonne vraagden, wat zij verlangde. Hel zou geen moeite gekost hebben om deze twee inlanders gevangen te nemen, of hen, zoo zij zich hadden verzet, van kant Ie maken, maar de gegeven order luidde om de arrestatie zonder bloedvergieten te volbrengen en daarom gaf van Emde, om alle aanleiding daartoe weg le nemen, hun ten antwoord, dat hij Abdullah, den gewonden priester, kwam halen om in het hospitaal van Amoenlhay te worden verpleegd. Verder stoorde men zich aan niets en naderde de kolonne de woning waarin de priester zich be vond. Volgens den gewonen bouwtrant in die streken, stond ook deze woning geheel op zich zelve en was op hooge palen gebouwd zoodat slechts een smalle trap of ladder naar den ingang leidde. Niels was dus gemakkelijker dan dit huis te omsingelen en af le sluiten. De 2e luitenant van der Wijck ontving ten dien einde den last zich met 20 man achter het huis op le stellen terwijl de overblijvende 40 man onder de orders van den lu" luitenant Verspijek, ter weerszijden van de woning en vóór den ingang werden geplaatst. Indachtig aan den bekomen last om de arrestatie zonder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 115