E)5 manschappen onmiddellijk ter hulpen wierp zich tusschen de klewangs in; al kwam hij le laat om de eerste sabelhouwen die op van Emde gerigt waren, af te weren, hij kwam nog tijdig genoeg om het ligchaamdat bijna roerloos ter aarde lag voor verdere verminking te beschermen. Eigenhandig ver brijzelde hij den schedel van eenendie den klewang boven mijn vriend had opgeheven en sloeg de regterhand af van een anderen die daarnaast stond. Nu werd het een gevecht van man tegen man; geen gevecht in het ruime veld, waar men een vrij gebruik zijner wapenen kan maken maar een strijd in een eng vertrekwaar het zwaard ter naauwer- nood kon worden opgehevenen het geweer met moeite gebruikt kon worden; daarbij kwam dat die strijd half in het duister gevoerd werd, daar de verlichting in dergelijke huizen, als een gevolg hunner inrigtingzeer slecht is. Iets ont zettends was er in dat oorverdoovend geschreeuw, dat van weerskanten werd aangeheven en het geluid der sabel- en kolfslagen uitdoofde; er viel geen schot, want de sne| op elkander volgende klewanghouwen der priesterslieten onze manschappen den tijd niet den haan te spannen, en alles moest door hen met de bajonnet afgemaakt worden. Intusschen hadden de twee dwangarbeiders den gewonden priester met den brancard laten vallen, die dien ten gevolge door de half vergane houten bekleeding onder de woning rolde. Een jeugdig Javaansch soldaat vatte bij hem post, om zijn ontsnappen te beletten, maar de vier vrouwendie dooreen achterdeur de woning hadden weten le verlaten vlogen op den schildwacht aan en maakten hem met zeventien kris- steken in den onderbuik af. Hoewel de vrouwen altijd ge spaard worden zoo maakten deze toch een uitzondering op den regel; bovendien er viel hier aan geen sparen te den ken, want de manschappen vlogen verwoed op de moorde naaressen van hun krijgsmakker aan en al waren deze ook honderdmaal vrouwendie moord moest gewroken worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 117