57 Van Emde was de zwaarst gewondedaarom werd hij het eerst verbonden door de officieren van gezondheid le Rutle en Dettingmeijer. Ik was daarbij tegenwoordig en nadat de kleederen losgesneden waren telde ikom van de kleine kwetsuren niet te spreken zes zeer ernstige ver wondingen waaronder één kogelwond ik volgde met be langstelling de zorgvolle hand dier heelmeesters die de gapende houwen van mijn vriend één voor één verhonden en mijn oogen vroegen hen of de kunst iets vermogt om het leven te behouden van dat door bloedverlies reeds zoo verzwakt ligchaamzij gingen steeds met verbinden voort en spraken nu en dan woorden van opbeuring tot mijn vriend. Eindelijk zeide le Rutte tol van Emde Jongen, laten we je een beetje omleggen, om te zien of je ook wonden op den rug hebt." De reeds zwakke, half gesloten oogen van van Emde open den zichen staarden le Rutte een poos met verbazing aanen daarop hoorden we hem deze woorden uitbrengen «Wonden op den rug?... Ik heb ze alle vail voren, le Rutte Dit antwoord, een zoon van Sparla waardig, sprak mijn vriend op zijn sterfbed; zijn laatste gedachten bewijzen dus- wel, want op het stervensuur wordt niet geveinsd, dal hij die als krijgsman wist te leven, ook als krijgsman wist le stervende eer was hem steeds boven alles dier baaren al was het verre van le Rutteonzer aller vriend om van Emde te kwetsen zoo mag het antwoord van dezen wel als een bewijs gelden, dat het ridderlijk gevoel dat hem zijn gansche leven lang niet verlaten had hem ook stervende nog bijbleef. Hij was de type van den echten krijgsman de kiem van den krijgsmansgeest dien hij in het vaderland in zich droeg, werd zeker in zijn tweede vaderland, onze koloniën, nog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 119