08
vormhebben overeenkomst met de rij heuvels aan den an
deren kant van de rivier, en beide verhevenheden nemen
steeds toe, en vormen een hoogen buitensten rand rondom
het meer Ontario. Aan den kant van Canadakan men dien
rand daar de Berg genaamd zich naar het noorden zien
uitbreiden met een buiging naar het oosten zoodat hij
het meer op verderen of digteren afstand omringt. Te
midden van deze grootsche en oude heuvelenen boven aan
het meer Ontariois de stad Hamilton gebouwdvan waar
de ruimte wijder wordt, naarmate zij zich uitstrekt, en zelfs
in de rigling van Toronto, twintig mijlen ver van den
oever verwijderd is. Op den eenen of anderen top van deze
zonderlinge omsluiting staande, bevinden wij ons op een vlak
land, dal schijnbaar grenzeloos is. Wij hebben inderdaad
het breed en over het algemeen vlak grondgebied bestegen
dat het meer Erie omringt, hetwelk volgens de ppmetingen döi
voet hooger dan hel meer Ontario ligt. Van hel eene meer
naar het andere gaandestort zich dus de rivier Niagara
van zulk een hoogte naar beneden, drie-en-dertig mijlen ver
loopende, waardoor een waterval van 160 voet gevormd wordt,
die op den afstand van zes mijlen boven den ouden meerkant
te Queenstown gevonden wordt, en veertien mijlen van den
tegenwoordigen mond der rivier te Ontario. De natuurkun
digen zijn gewoonlijk van gevoelen dat de vallen in vroegere
tijden te Queenstown warenvan waar zijin den loop der
eeuwen, zich van boven een weg hebben gebaand. Iedere
bezigtiging van den grond, leidt ontegensprekelijk tot dit
besluit. Zes mijlen ver loopt de rivier door een gleuf, waar
van de kantenuit afgebrokkelde rotsen en met struiken
bezaaidzoo steil zijn als de ingang van een graf. Door
deze lange keel, zoo stil en ontzagwekkend, vloeit de diepe
stroom, lichtgroen van kleur, en met dikke wolken schuim
op de slingerende en kokende oppervlakte. In zulk een
naauw kanaal ineengedrongen, is de rivier hier van 200 tot
500 voet diep. Op een bijzonder naauwe plaatsdoet de
kraciil van den stroom het water tien voet boog kegelvormig