71 (om daarmede gedaan te hebben), is een van die ontzettend groote hotelsmet lionderdc slaapkamers en een groot salon voor de table d'hóte, die men overal in de Vereenigde Staten ziet, en nu ook in Canada worden ingevoerd. De inrig- ting is bet eigendom van zekeren Zimmermann, wiens wo ning en buitenplaats er naast liggen. Het hotel ziet uit naar het westen een steenweg ten zuiden vereenigt het met de gleuf, waardoor de rivier stroomten deze weg loopt een halve mijl ver, westwaarts naar de watervallen. Voor de deur van het hotel staande, en den weg overziende, heeft men daar dus een gezigt op den waterval in al zijn grootsch- heid te midden van het landschapdat den stroom omringt. Ten tijde van mijn bezoekwaren de meeste reizigers al vertrokken, en het leger van kruipende gidsen, was tegelijk met de schaar van vreemden, gelukkig verdwenen. Terwijl ik het dus bijzonder goed trof, dat niemand mij met onge vraagde uitleggingen verveelde, ging ik op weg, om de watervallen rustig en geregeld te bezoeken. Was het weer ook wat guur het was toch bijzonder schoon en er was niets, dal de volmaakte kalmte van het looneel verstoorde. Alleen een eentoonig, klotsend geluid van het vallende water, trof' het oor, onophoudelijk en onveranderlijk, een eentoonig gemurmel, dat duizenden van jaren geduurd heeft, en nog duizenden van jaren verder zal voortduren. Iedereen weel, dat er twee vallen zijn, de Britsche, of het Hoefijzer, en de Amerikaansche, die verdeeld worden door Goat-Islandeen met houtgewas bezet stuk land, dat in een afgrond daartusschen eindigt. Door een draai, die de rivier op die plaats maaktstort de Amerikaansche val neder onder zulk een hoekdat de toeschouwer op den tegen- overliggenden oever hem vlak voor zich heeft; en deze omstandigheid maakt het uilzigt van den Canadaschen kant zoo allerbijzonderst schoon. Langs hel pad lerugwandelende met slechts een rij struiken aan den rand van de gleuf ter linker zijde, kunnen wij den Britschen waterval naderen, en op de gladde, tafelachtige bedding staan, waarvan hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 133