72 zich stort. Daar men genoodzaakt isop deze wijze de watervallen te naderen, van boven-af, en het hoog noodig is, dat men naar boven in plaats van naar beneden ziet, verliest hel natuurverschijnsel veel van zijn pracht. Andere moeijelijkheden en omstandigheden dienen medeom het wonder te verminderen, wanneer zij al niet een gevoel van teleurstelling doen ontslaan. Als gewoonlijk, ondervond ik dit bij mijzelven en ik denk dat het 't gevolg is van hoogdravende en overdreven be schrijvingen die de verbeelding bedriegen en onjuiste ver wachtingen opwekken. Het is slechts door een geduldig betrachten van de watervallen in den vorm en de uitge breidheid, die de natuur hun geschonken heeft, dat wij den geest van dwaalbegrippen zuiveren en hen zien en genieten in hunne eenvoudige waardigheid en schoonheid. Op een kaal stuks rots gezeten, digt hij de nedervallende massa, was ik in slaat om het tooneel te beschouwen, in misschien het voordeeiigst mogelijke licht. De stroom boven mij met het woest aanrollende water uit zijn rotsige bed ding, het nederstorten van de groote menigte watertwintig voet in de diepte, wanneer het op den rand van de kloof komt, het witte schuim, dal als een wolk uil de golf heneden opstijgt, de vreeselijk klotsende rivier, die haar loop vervolgt, en den Amerikaanschen val opneemt, terwijl zij voorbijgaat; alles draagt hij, om de schilderij te volmaken. De rivier opwaarts, ziet men het land slechts een paar voet hoven de oevers uitstekenen grootendeels begroeidmet twee of drie landhuizen op vooruitstekende heuveltjes in het verschiet. Van de klippen van de Britsche zijde, zijn van tijd lot tijd stukken rots afgevallen, die nu een hobbeligen rand over het water vormenen bij het Clifton-Hotelis er tusschen deze verzameling van puinhoopen aan den oever, een heerenweg aangelegd, om toegang te verleenen tot een veerhootje waarmede men de rivier kan oversteken. Het gezigt van de boot, als zij danst op het bewogen water is meer in staat om de verbeelding op te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 134