84
spoedig dat de zaak volgens de letter moest worden opge
nomen. 't Was toch niets meer of minder dan een rarekiek
van menschenharlen.
Zij waren te zien van buiten, en, door middel van re
flectors, ook van binnen.
Boven ieder hart stonden het geslacht, de ouderdom, het
beroep en eene korte levensbeschrijving van de bezitters
vermeld.
U ze allen te beschrijven zou mij te ver weg voeren er
waren er toch van allerlei soort. Ook had ik niet veel
lijdwant aanhoudend werd ik opgedrongen door de achter
mij komende bezoekers.
't Zij dus voldoende als ik u in alge'meene trekken weer
geef wat ik zag. Aan welke individuen zij behoorden zal
dan toch duidelijk genoeg worden.
Van buiten leverden zij, over het algemeen, veel minder
verschil op dan van binnen. Sommige nog glad en effen;
andere, als oude huizen, gebarsten en gedeukt; weer andere
zoo goed mogelijk gerepareerd gepleisterd en bijgestreken
doch veelal niet genoegzaam, om ze geheel nieuw te maken
dikwijls ontstonden er lekken en bedierf de boel van binnen.
Weer andere gekrompen of te veel uitgezet. Sommige
zoo weck dat ze voor alle indrukken vatbaar waren; andere
met ijzer ompantserd enzooals ik later zagvan binnen
niet veel bijzonders bevallende.
Dal ik er opmerkte die totaal gebroken waren kan ik
niet bezweren, 'l Kan zijn maar ik geloof het niet.
Van binnen zagen zij er niet minder vreemd uit. De
meeste waren afgedeeld in verschillende compartementen
waarin men de ongelijksoortigste en raarste zaken vond.
Zoo zag ik er die wel iels hadden van een apotheek zoo
vol stond het er met flcschjes doosjes en potten; vol, half
vol, bijna en totaal leeg. Wanneer het mij, na veel
moeite, gelukte, enkele der etiquetten te lezen, bemerkte
ik dot zij de gekste zaken bevatten, bijv. een fleschje illusie
kof het nog krachtig was, dan wel vervlogen, kon ik van