88
weg daarheen kwam ik nog voorbij een marionettenspel in
de open lucht, waar de Ilaliaansche en Poolsche kwestiën
werden vertoond. Erg verwonderd was ik niet, toen ik
op gezigt van den man, die om het hoekje van de gordijn
kwam kijken, of het publiek talrijk genoeg was, en die aan
de touwtjes zou trekken een groolen neus en een paar spitse
knevels ontdekte. Vlak daar naast stond een ventdie
wel iets van een kwakzalver had. Ten minste hij gestiku-
lecrde heftig met een groote spuit, en riep luide alle eer'
zame burgers en buitenlui, die aan geloofs-obstructiën
meenden te laborerentot zich. Met zijne nieuwe geeste
lijke klisteer-spuit voor verstopte zielen beloofde hij in weinige
oogenblikken totale genezingal hetwelk hij kon bewijzen
door attesten van de voornaamsten uit den lande, van de meest
bekende binnen- en buitenlandsche geleerden in dat vak
welke bij onder de menigte deed circuleren.
Geen lust hebbende mij aan zijne kunstbewerking te on
derwerpen het vocht, dat hij in groote flessehen naast
zich had staan, zag er toch zoo geheimzinnig, zoo zwaarte
verteren uit kuijerde ik maar stilletjes verder, tot ik
kwam aan de groote Ménagerie waar de vertooning terstond
een aanvang zou nemen. Natuurlijk zat ik spoedig op den
eersten rang.
In de verschillende dierentuinen die ik wel eens bezocht
zag ik dikwijls zeldzame exemplaren maar zoo zeldzaam
als hierwaren zij mij nog nooit voorgekomen.
Weer zou het mij te veel tijd wegnemenindien ik u
alles moest weergeven en beschrijvenik bepaal mij dus
tot die welke het meest troffen.
In het eerste hok bevond zich een jong menseh ligehamelijk
en zedelijk naar de laatste mode gekleed knijplorgnon
knevels met punten, regard fatal, krakende stem, zekere
belangwekkende nonchalance, alles naar behooreneen irre
sistible wezen. t Was mij dan ook te vergeven dat ik
met de meeste belangstelling luisterde naar de uitlegging van
zijn oppasser.