9(3
Von Wachholtz trad in dienst bij een Pruissiscb Infanterie
regement, als jonker" in 1796, en kreeg verlof een tijd
lang nog op bet gymnasium te Brieg waar bet regement
in garnizoen bleef, zijne studiën te mogen voortzetten.
Hij werd dus dadelijk j> gekleedmaar vrij van alle dienst
gesteld, alleen moest bij 's Zondags mede op de parade
komen. Het kostuum waarin hij verscheen, was zeker
heel anders dan wij ons zoo iets voorstellen zouden voor
een knaap van veertienjarigen leeftijd. Zie hier hoe hij ze
beschrijft.
Ik droeg een zwaren staart, die halfweg mijn rug neder
hing, en die vastgebonden was aan het glad geschoren hoofd,
aan weerskanten van hetwelk een haarlok, zoo groot als
een Rauchslümpelen die dik met pommade ingesmeerd
en met poeder gekneed was achter het oor hing. Op deze
frisure zat een driekanten hoedgezoomd met een zilveren
hand juist één duim breeden op welks voorste gedeelte
de naamcijfer des Konings pronkte. Een smal strook hord-
papier met eene soort zwart merinos overtrokkendiende
als stropdas. Een naauwsluitende rokmet slaande gele
kraag, opslagen en revers, die halfrond van de horst tot
aan de heupen uitgesneden was een witlakcnsch vest
met lange, puntige panden, een tweeduim breedewit le
deren koppelwaaraan een kort zwaard hing, eene korte
willakensche broek, tot aan de knie reikende zwarllaken-
sche slopkousen aan weerskanten met achttien kleine koperen
knoopen digtgemaakteen paar zware handschoenen die tot
over den pols reikten en in de regtcr hand een geele stok
dit was mijne kleeding."
In het begin van het volgende jaar begon de werkelijke
diensttijd voor den jongen soldaat, die door den invloed van
zijn vader (hij was van goede familie), een grijzen en
zeer verdienstelijken hoofdofficier, als vaandrig zich hij het
regement voegde. Hij betrok hetzelfde kwartier als een zijner
kameraden zekere von Dungern en zegt hijwij rigtlen
ons zeer bekrompen in: één kamertje, zonder gordijnen