97 voor het venstermet een paar tafels en eenige stoelen voorzien en een zoldervertrck voor een soldaatdie ons als oppasser diende, was alles waarover wij le beschikken hadden, en wij betaalden slechts één Thaler (f 80) huur in de maand voor onze woning. Ik was er echter veel beter aan toe dan vele mijner kameraden want ik had een vrij goed bed en maandelijks van huis zes thalers toelage wat toen ter tijde voor heel fatsoenlijk gold.:' De beide jeugdige krijgsmakkers werden ook op andere wijze begunstigd. Von Wachholtz zegt: i De oude kolonel van ons regement,en zijne even bejaarde echtgenootc, een heel goedaardig moedertje, waren kinder loos. Ten einde hunne voortdurende eenzaamheid eenigzins op te vrolijken werden wij beide benevens een ander offi ciergeregeld dagelijks ten eten gevraagd. Het is mij nog onverklaarbaar waarom de kolonel ons niet zeidedat wij altijd vrije tafel bij hem hadden, Want dagelijks toch werden wij uitgenoodigdmaar meestal slechts door eene pantomime, die daarin bestonddal de oude heer als hij op de parade op eenigen afstand ons voorbijging, met den vinger, of den knop van zijn rotting, op zijn geopenden mond wees, een gebaardat wij telkens met eene zeer onderdanige buiging beantwoordden. Wij wachtten deze uitnoodiging zoo vast en zeker dat wij nooit eenige maatregelen namen om ons een ander middagmaal te bezorgen. Nog zweeft mij levendig de gestalte van den grijzen kolonel voor oogen, als hij, na den ons gegeven wenk, naar huis terugkeerde, zijne zware handschoenen door zijn koppel gestoken met de regter hand zijn rotting met een eigenaardigen zwier, van stap tot stap op den grond brengende terwijl de linker op den rug, zijn in den nek hangenden staart omvatte: hij was een beeld van trolsch welbehagen. Was de uitnoodiging niet op de parade geschied wat hoogst zelden niet het geval was dan wisten wij zeker dat de oude heer ze vergeten had maar rekenden er vast op dat als de klok van twaalf sloeg, de ordonnans builen adem zou komen aanloopen om ons te halen. 7 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 159