99 zij ze den ouden heer zelven in den mond slak, waarna zij een kopje koffij haalde, het in het schoteltje liet afkoelen en hem in de keel goot, zonder dat hij cene hand daarnaar uitstrekte. Aan ons gasten werd in de week geen koffij ge schonken slechts 's Zondags kregen wij een kopje. Zoodra de kolonel op zijn gemak de koffij opgeslurpt had, riep hij: «kaarten!'' Men zette de speeltafel vóór hem, en tot acht uur 's avonds werd tarok gespeeld. Daarop gaven wij elkaar vriendschappelijk de speelpenningen welke wij gewonnen hadden, terug, en kregen een boterham met vlecsch. Nadat de oude heer nog een pijpje gerookt had, en ons óf van zijn verblijf in Hamburgwaar hij tien jaren gestaan had, óf' van zijne jagtavonturen verteld had, waarbij mij het en- geluk overkwam van dikwerf in slaap te vallenzeide hij kortaf, «goeden avond, heeren 1'' Wij namen onze degens kusten, slaapdronken, mevrouw de hand, en namen onder danig afscheid. Zoo ging het dag op dag. Alleen de zomer bragt eenige afwisseling, als wij in dit jaargetijde den dag doorhraglen in een grooten moestuin builen xle poorten der stad, en dan vlijtig mede erwten en boonen doppen moesten. In den herfst echter gingen wij na de parade dikwijls mede op de jagt. De kolonel was gewoon voor zulke partijen zijne kleeding in zoover te wijzigen dat hij een groen huis met groote panden droeg, terwijl hij het uniform-vest, de korte, witte harsiederen broek, en zelfs den driekanten hoed, met de breedc zilveren uitmonstering aanhield. Als er met honden gejaagd werd, moesten wij met deze door de diglste struiken kruipen, of door moeras en waterplas heen waden. Werden hazewinden gebezigd, dan moesten wij die voeren. Elk verzuim werd ons door den ouden heer streng geweten. Dikwijls viel het ons zwaar vol te houden; maar wat was er aan te doen? Daarentegen was het ccne groote vreugde voor ons als de kolonel ergens op een di)ió gevraagd werd, wat echter slechts heel zeldzaam gebeurde. Wij namen dan de gelegenheid waar, om voor dien dag ons eigen meester te blijven, en aan de eene of andere open tafel met onze kame raden te eten."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 161