100 Het spreekt van zelf dal deze leefwijze zeer nadeelig op de wetenschappelijke vorming van den jeugdigen krijgsman werkte, die dag op dag op de bovenbeschrevene wijze slijten moest geen enkel boek te lezen kreeg en alleen dan de pen ter hand kon nemen, als de kolonel hem een brief aan zijn vader dikteerde, waarin huisselijke aangelegenheden en dienst zaken door elkaar gemengd werden op de wonderbaarlijkste wijze. Er werden ook toen, zegt von Wachholtz geene gere gelde bureaux gehouden, geene afschriften zelfs gemaakt van de dienstbrievenen als deze tusschen bevriende officieren passeerdenwisselden elkaar daarin gewigtige dienstzaken en allerlei nieuws van den dag en vriendschappelijke boodschap pen op de koddigste wijze af. Inmiddels, als de vierwekelijksche lijd van exerceren aan brak veranderde dit leven eenigzins en de jonge soldaat begon praktisch zijn vak te leeren. »Als oudste jonker," zegt hij, «droeg ik het vaandel, dat, tot mijn geluk, meer slok dan vlag was; evenwel, was ik nog zoo kleindat het mij veel moeite kostte het bij eenigen wind te dragen, en tusschen twee adjudant-onder officieren in, vóór het bataillon in den pas te blijven. In den regel rukte het regiment 's morgens om vijf uur uit, naar een veld een half uur van de stad gelegen en keerde zel den vóór één uur 's namiddags terug. Dit was niet weinig vermoeijend in den loop van de heele maand Augustusmaar ik liet me om geen prijs de eer benemen van het vaandel te dragen, en gevoelde mij wat trotsch als, van de barrière af, het vaandel met zes-en-derlig slaande tamboers, de ge- hcele stad door naar het kwartier van den generaal gebragt werd. «Wat de compagniesdienst betrof, mij viel slechts het zoogenaamde visiteren(heden het du jour bij het Pruissische leger) ten deel. Het was echter lang geene gemakkelijke dienst, daar slechts de helft van het regement in de kazerne lag en de andere in de huizen der burgerij ingekwartierd was, en de vreemdelingen, die zich hadden laten werven,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 162