107 der zware ruiterij gewoonlijk slechts aan de voorvoelen. De dressuur der zware kavalerie-paarden was uitnemend; de ligtc ruiterij daarentegen bereed dieren, die in het geheel niet in de manége deugden maar daarentegen uiterst vlug waren. De veld-artillerie had geen begrip van het manoeuvreren, daar slechts ééne batterij bij het gehecle leger bespannen wasen men overigens, bij het exerceren, de stukken liet slepen door artilleristen en infanteristen zamen. Dit maakte dat het er bedroefd uitzag toen men te velde moest trekken. »Ik weet," zegt von Wachholtz, »dat hij gelegenheid toen cene batterij 12 ft6" naar Polen moest gaan, het eerste stuk om 8 uur 's morgens vertrok, dat het echter 12 uur geslagen had, toen het eindelijk gelukte het laatste stuk in beweging te krijgen." Dit was de algemeene toestand van hel leger waarbij von Wachholtz nu diende, en als officier zich moeite gaf op eene soort van applicatie-school te Glatz, de kundigheden te verkrijgen die hem het vooruilzigt zouden openen op eene betrekking bij den staf. Hij werkte met den meesten vlijt en een nieuwr regements-chefde overste von Raumer, een betrekkelijk jeugdig en zeer wetenschappelijk man was zoo ingenomen met den jongen luitenantdat hij zijne belangen in alle opzigten behartigde en er spoedig eene opregte vriend schap ontstond tusschen den jeugdigen krijger en den uit stekenden man onder wiens hevelen hij diende. Het was in den herfst van 1805, dat het regement het bevel kreeg om te velde te trekken lot groot verdriet der oudere officierenzegt von Wachholtzen tot groote vreugde der soldalendie nu gelegenheid hoopten te vindenom te deserteren Ieder officier kreeg een rijpaard en een pakpaard bene vens een knecht, terwijl de kapiteins ieder twee oppassers kregen. Bovendien had elke compagnie een voertuig door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 169