9 niet half zooveel gevoel heeft als de vorige, en terwijl de kraagjas zich meent te herinneren dat hij haar zulks van a! de conducteurs heeft hooren zeggen toen zij er nog waren, zucht hij weer, terwijl hij een eindje van den bok afglijdt, ijahet zijn nare kerelsdaarbij in liefde den koetsier herdenkende. Zooveel bijval vindende, kennen de confidenties van de trompet geen palen meeren zij verteltdat wanneer de conducteurs nog eens bijzonder goed of harlstogtelijk blazen dat eigenlijk haar werk is, en hoe zij, als zij dan weer op den bok ligtdoor de raampjes van de coupé naar de rei zigers gluurtom te zien welken indruk zij te weeg heeft gebragt. «Als ik er dan zoo een zie, dien het nog jeugdige hart zoo vol schiet dat hem de oogen overloopen en de keel digt- knijpt, dan blaas ik IIoop en Vertrouwen en denk: «arme jongen! dat de wereld goed voor je mag zijn!" «En als ik in den anderen hoek zoo'n dikken heer zie zitten, met een reismulsje op zijn vol, vrolijk gelaat, een hoedendoosje waarop een paar doozen kinderspeelgoed stellig een beestenspel er bij, tusschen zijne voeten, en een paraplui en stok tusschen zijne beenen geklemddan denk ik onwil lekeurig «goede reis, ouwe heer! en ik hoop voor jou en je kleinkinderljesdat je maar tijdig aan den trein zult komen te Rotterdam." »Maar die lange, drooge vent met dien valschen lach om den mondhet sluike zwarte haar op het lage voorhoofd uitgestreken en die donkere, diepliggende, rondloerende oogen. O! mogt ik de bazuin der wrake voor hem zijn, mogt ik allen, die hij nadert wakker blazen en dia hij verliet het spoor aanduiden waarlangs hij weggekropen is." En de gedeukte trompet, overstelpt door haar gevoel, zwijgt een oogenbliken de oude kraagjas knikt goedkeurend in de schemering en denkt na over de schnone roeping van eene trompet en over het ellendige bestaan van een ouden kraagjas

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 71