H
Gelukkig hij, die dat verwacht, want zijn gemoed is niet
gesloten voor die gift van liefde, die het oor niet hoort en het
oog niet ziet, maar die kracht schenkt aan het hart en die
wij steeds als een goede baak bezijden onzen weg vinden
staan als ware zij vooruitgewandeld om op het gevaarlijke
punt post te vatten tot wij daar voorbij zijn gekomen en den
regten weg hebben gevonden.
Laat ons ze dan onthouden dien laatsten handdruk van
een goed vriend, dien laatsten wensch van een grijzen vader,
die laatste omhelzing eener liefdevolle moeder, en Iaat ons
ze zien waar wij ze op onzen weg weer ontmoeten en er de
oogen niet voor digtsluiten gaande regis of links, waar regtuit
de weg lag.
Allen hebben wij ze omvangen gedenken wij ze dan
in liefde en verheugen wij er ons in, dat ook zóó de reis
van den arme kan aanvangen