19
Het signaal van alarm klinkt dikwerf dezen nachten telkens
na het inrukken der troepen, heeft hij daaruit stof geput
tot nieuwe verhalen.
Zoo doende houdt hij de manschappen wakker en vergeten
zij het onaangename van den regen, die van tijd tot lijd
bij stroomen nedervalt.
Zoo verloopen de dagen. Osipow blijft steeds dezelfdeen
onvermoeid; telkens wanneer opgerukt wordt, is hij de eerste
gereed bij het heengaan en ook weder de eerste aan het
werk lot in orde brengen van wapens en kleeding na het
terugkeeren.
De 28sle Februarij is daar; 't is de dag, waarop Jioni
zal worden geattaqueerd; de geschiedenis leert hoe het dien
dag in de handen der onzen is gevallen.
In de tirailleurlinie die van de lsle kompagnie uitzwermt,
bevindt zich ook onze Osipowhij is een goed schutter en
daarom bewapend met een getrokken geweer, wat destijds
nog niet in handen was van alle soldaten.
Steeds wordt vurende vooruit gerukthet terrein is af
wisselend, steeds vlak, doch vooral in den beginne nog al
met hoog opgroeijende en staande djagon (maïs) beplant.
De kommandant der tirailleurlinie, die zijne onderhoorigen
iets bijzonders heeft mede te deelen, bevindt zich eensklaps
daar waar ook onze flankeur in de linie heeft plaats ge
nomen.
Toevallig vertoonen zich op dat oogenblik op eene distantie
van ongeveer 600 a 700 pas, vijanden, en uit hunne in de
zon schitterende maliënkolders is het op te maken dat zij
zoo al geen hoofdentoch voorname lieden zijn.
Osipow zit achter een kleinen struik, heeft zijn geweer
geladen, legt aan, vuurt, doch mistnog eens geprobeerd,
luitenant!" zegt hij en begint te herladen.
Eensklaps, terwijl hij daarmede nog bezig is, valt hij op
zijde, grijpt naar zijn regter borst, en »o! ik ben gewond,
schot in de borst!" is het eenigowat hij er op dat oogenblik
uitbrengt.