28 eenigen stap te doendie een scheiding of andere openbaar heid ten gevolge kon hebben. De prins leidde na zijn te rugkomst in Frankrijkeen eenigzins dwalend leven, maar vestigde zich na zijns vaders dood in 1818 op zijn prachtige bezitting Chantillywaar de baronnes ook spoedig haar in trek nam. De adellijke heerenhuizen en gronden van Chantilly een maal de verblijfplaats van het geslacht de Montmoreneywaren door Lodewijk XIV aan den grooten Condé gegeven; de he- roemde veldheer bragt hier zijn laatste jaren door, in het gezelschap van Racine, Boileau Bossuet en andere letter kundigen van zijn tijd. Hij werd ook vereerd door herhaalde bezoeken van den koning zeiven waarvan er één bijzonder gedenkwaardig werd door den zelfmoord van Valei den op- gewondenslen van alle koks die zich met een zwaard door stak omdat het middagmaal van zijn meester niet volmaakt was geweest, wegens het wegblijven van een schotel met visch. De afstammelingen van Condé bleven hier tot 1789, toen de sans-culottes het in bezit namen en de gronden als algemeen eigendom verkochten. De Restauratie bragt ze weêr in bezit van de familie, wier hoofd hel heerenhuis zeer liet vergrooten en verfraaijen; toen het de verblijfplaats werd van den prins en van mevrouw de Feuchères, werd het als een van de schoonste landgoederen van Frankrijk beschouwd. Het kasteel, te midden van een schoon meer gelegen, was door uitgestrekte gronden omgeven uit tuinenlanenpar ken, eilanden, grotten en schilderachtige wandelingen be staande en daar huiten strekte zich het oude woud van Chantilly uitmet zijn edele eiken, rivieren, kanalen en jagt- velden, die omstreeks acht duizend bunders grond besloegen. Daar de prins geene andere kinderen bij zijn gescheiden echtgenoot had gehaddan den ongelukkigen hertog van En- ghien en geen nadere bloedverwanten had dan een paar neven van het geslacht van Rohan-Rocheforlhaalde de baronnes hem na eenigen fijd overom een testament ten haren gunste te maken en haar al zijne landgoederen en bijzondere eigen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1864 | | pagina 90