31
de slaapkamer gebragten toen deze vroeg: «Op welk uur
wenscht Monseigneur dat ik morgen de kamer binnen zal
komen?" antwoordde hij, »ten acht ure," met zijne gewone
bedaardheid. De bediende ging dus heen en sloot de deur
van de buitenste kleedkamer zooals bet zijn gewoonte was.
De kamer van den prins van Condé had twee deurende
eenedie uitkwam in zijn kleedkamer, die naar den grooten
gang van het kasteel voerde, en de andere, die den toegang
gaf tot een bijzondere trap, welke naar een portaal leidde
waarop de vertrekken van Mevrouw de Feuchèrcs uitkwamen.
De eerste deur was door den bediende den avond van den
26st<=n Augustus gesloten maar de laatste bleef geopend. De
wachters deden gedurende den nacht hunne gewone ronde
in het park en door het kasteel, maar niets ongewoons
werd er opgemerkt. In den morgen van den 279len Au
gustus klopte de bediende ten acht uur, aan de deur van zijn
meester, zooals hem bevolen was. Hij vond die van binnen
gesloten en ontving geen antwoord van den prins. Na een
paar minnten te hebben gewacht, ging Lecomle M. Bonnie,
den geneesheer van zijne hoogheid roepen. Beiden klopten
op nieuw en zoo hard mogelijk, maar ontvingen geen ant
woord. Verwonderd en verschrikt, begaven zij zich naar me
vrouw de Feuchères. nik zal dadelijk naar boven gaan,'1' zeide
zij, aals hij mijne stem hoort, zal hij wel antwoorden,'' en
half ongekleedverliet zij haar kamer. Met M. Bonnie en
Lecomte bij de deur van den prins gekomen, riep zij uit:
»Doe de deur open, eest moiZij herhaalde het roepen,
maar alles bleef stil. De schrik verspreidde zich nu door het
gansche kasteel. Onderscheidene bedienden kwamen naar bo
ven loopen; een ijzeren staaf werd gebragl en de deur van
de slaapkamer op3ngebroken.
Een merkwaardig schouwspel deed zich toen aan alle om
standers voor. De kamer was donkerdaar de blinden ge
heel gesloten waren en slechts een kleine kaars bij den haard
door een metalen vuurscherm verborgen, verspreidde een zwak,
schemerend licht. Toen de oogen gewend waren aan dit zwakke