47 chow-fu, op een afstand van ongeveer veertig uren ten oosten van Shangaiop den weg naar Nanking. In den loop van Maart, of April 1860 echter, deed een leger der op standelingen, onder hun beruchten en geduchten aanvoerder den Getrouwen Prins (Chang-YVang) een plotselingen inval in de vruchtbare vlakten van Kiang-su, versloeg in één slag geheel en al de keizerlijke strijdmagt en dreef den onge- lukkigen Onderkoning achtereenvolgens uit Chang-chow-fu en de nog veel gewigtiger stad Soochow het strategische zoowel als het commerciê'ele middelpunt van het gewest dal, zonder verderen wederstand, op eene ellendige wijze aan de opstandelingen prijsgelaten werd. Hierdoor aange moedigd en zonder dat men beproefde hen tegen te gaan drongen de overwinnaars door tot de Yangtze en de kus ten zoodatbinnen weinige weken men van de wallen van Shangai hunne bannieren in de verte zag wapperen. Ilier echter werden hunne vorderingen door Brilsche troepen ge stuit, die op deze wijze de stad ten behoeve der keizerlijke regering redden, juist op hetzelfde oogenblik dat die rege ring bijna ten val gebragt was door den zegevierenden togt van het leger onder Sir Hope Grant naar Peking. »De belangrijkheid van Shanghai voor den Britschen han del op China was te groot, dan dat men dulden kon, dat de veiligheid van die stad bedreigd werd en dus bleef ze onder de hoede van het Britsche geschut, dat ook verder, voor een tijdperk van bijna vier jaren, de keizerlijke auto riteiten in hel geheele gewest beschermde. Maar, van af de onmiddellijke nabijheid van de stad, lot onder de muren van Nanking, op een afstand van een zeventigtal uren, was alles overige verloren. »Deze groote alluviale vlakte, slechts hier en daar door enkele heuvels afgewisseld, maar door tallooze waterwegen en groote ketenen van meren doorsnedengaf aan den Eu ropeaan het eerste denkbeeld van de vruchtbaarheiddigle bevolking drukke stedenen vergevorderde nijverheid der Chinezen. Het was iu deze provincie Kiang-su dal Marco

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1865 | | pagina 105