so »Onderlusschen had zich onder de woeste bende huur lingen in Chineesche dienst, zekere Ward onderscheiden, die wegens zijne bedrijven in California, uit dien staat ver dreven was, maar wiens vermetelheid en roekeloosheid hem bijzonder geschikt maakten voor den post van opperbevelheb ber, welken hij zich aangematigd had onder de Amerikaan- sche en Europeschc avonturiers, die als officieren optraden hij het corps inboorlingen dat door de plaatselijke autoriteit bijeengebragt en, zoo als het heette, eenigzins gediscipli neerd was. ln de laatste dagen van 1861 echter, werd eene wanho pige poging gedaan door de aanvoerders der rebellen, om de weinig beteekenende vreemde strijdkrachten te Shanghai Ie overweldigen en talrijke menschen massa's werden voort gedreven tot in het gezigt van de werken, in groote haast opgeworpenom de stad te beveiligen. De weinige Engelsche en in aantal nog minder sterke Fransche troe penwaaruit het garnizoen toen bestond, bijgestaan door eenige honderden in de haast hijeengehragte vrijwilligers schenen naauwelijks talrijk genoeg om de lange uiteenloo- pende defcnsieliniën te bezetten, terwijl de keizerlijke troe pen het niet eens waagden eene poging te doen den vijand in het open veUi tegen te trekken. Van alle kanten zagen de buitcnlandsche inwoners van Shanghai uit de vensters hunner woningen den rook op stijgen der verbrande dorpen in het rond, terwijl duizenden vlugtelingen de straten oppropten, of op de naakte velden bivakcerdenellende en aanstekelijke ziekten verspreidende in de eens zoo bijzonder bloeijende stad en haren omtrek. liet was thans dat Sir James Hope, de Engelsche vloot voogd, de laak op zich nam, om in verband met de strijd krachten te land maatregelen te beramen om Shanghai tc redden. Sedert ecnigen lijd had zijn werkzame geest zich bezig gehouden met plannen om een corps Chinezenonder vreemde officieren, behoorlijk te organiseren. De Engelsche afgezant te Peking had ook op diplomatieke wijze aan de regering

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1865 | | pagina 108