57 do's, die van buiten werden geleerd, en alle mededeelingen aan den troep, die iets meer bevatten dan de dagelijksche routine van de dienst, moesten door tolken geschieden, in boorlingen, wier kennis van de Engelsche taal hoogst opper vlakkig was. »Eer de majoor Gordon het bevel over deze troepen op zich nam waren zij geheel onbruikbaar voor eenige groote aanvallende operatie. In een paar gevallen, die zeer roem rijk warenhad de moed door Ward zeiven aan den dag gelegd zijne manschappen bezield om hem le volgen in een stouten aanval op eenige der in de haast opgeworpene ver sterkingen van den vijand, en ook een coup-de-rnain tegen eene zwak bezette stad, was wel eens gelukt; maar steeds toch in de nabijheid van, of ondersteund door Britsche troe pen. Gordon echter moest nu zijne troepen brengen buiten den tooverkring binnen welken het alleen geoorloofd was hen hij te staanen als een eerste stapwerd het voor hem noodzakelijk, een der sterkste plaatsendoor den vijand be zet, aan le lasten. iln de overtuiging dat eene krachtige artillerie onmisbaar was, rigtte hij nu al zijne aandacht, in de eerste plaats, op de uitbreiding van dit wapen bij zijn corps. Door schikkingen die spoedig genomen werden werd hij gemagligd uit de En gelsche wapenmagazijnen le Shanghai zooveel kanonnen en munitie als hij noodig had, te laten balen, en zijne lijsten geviseerd en goedgekeurd door de keizerlijke beambten, wer den geldig voor de uitbetaling der vereischte sommen, door de Chineesche aan de Engelsche regering. Bij eene oordeelkundige oefening, werd de élite van zijn corps zeer bruikbaar voor de gewone artilleriedienstterwijl de enkele Engelsche onderofficieren der landmagt en der ma rine, die hij reeds tot luitenants en kapiteins benoemd bad, thans zeer goede diensten bij het geschut deden. Maanden gingen echter voorbij eer de nieuwe artillerie zulk een nuttig en wel uitgerust corps werd, als ze later bleek te zijn hoewel zij reeds van het begin afgroote diensten bewees.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1865 | | pagina 115