6
groote geniën van den laleren tijd Maurits van Oranje Gus-
taaf AdolfFrederik den Groote en Napoleon I, was het weg
gelegd, om de artillerie uit den slaat van kindschheid te
verheffen tot 'datgene wat zij thans is. Vooral Napoleon I
die de artillerie tot in de minste bijzonderheden kende, gaf
aan dat wapen eene belangrijke uitbreiding en wist er zoo
meesterlijk gebruik van te makendat hij meer dan één
maal de beslissende overwinningen, door hem behaald, aan
de werking van groote artillerie-massa's te danken had. Het
waren denkelijk deze overwegingendie in 1856 aan den
banneling Louis Bonaparte, den tegenwoordigen Keizer, der
Franschen, toenmaals Kapitein der artillerie in Zwitsersche
dienstde navolgende woorden in de pen gaven die wij
in zijn Manuel d cirlillerie aantreffen: L'arlillerie est en
«effet Fame d'une armée et l'armée c'est le garant de l'in-
dépendance de la patrie le soutien de son bonneur, la
garde du feu sacré,"
Wanneer men de geschiedenis der verschillende wapens,
waaruit de hedendaagsche legers zamengesteld zijn, meer in
bijzonderheden nagaatdan kan men bij geen der wapens
zulke vorderingen waarnemen als bij de artillerie. Reeds de
omstandigheid alleen dat er naauwelijks een paar eeuwen
noodig waren om de artillerie van een gildgelijk zij aan
vankelijk was lot het statige hoofdwapen te verheffen dat
mede eene slem kreeg bij het beslechten der groote wereld
gebeurtenissen zou als bewijsgrond van dien vooruitgang
kunnen aangehaald worden. Maar de artillerie, dat zamen-
gestelde wapen dal in zulk een naauw verband staat met
kunsten en wetenschappen, heeft met deze ook altijd gelijken
tred gehouden. Van daar dat de vooruitgang waarop wij
doelen nimmer zoo groot is geweest als in deze eeuw,
die zich zoo bij uitstek door de uitbreiding en verheffing
van alle lakken van nijverheid kenmerkt. Voor hem wiens
roeping het isde artilleriewelenschap met al hare nieuwe
uitvindingen te volgenis inderdaad eene buitengewone in
spanning noodig. Geen dag of hem wordt eene wijziging»