13 is; dit is bevonden ende is onwedcrleggelijck." Tot staving wordt eene proefneming aangehaald die op het strand bij Scheveningen had plaats gehad en waarhij uil een kanon achtervolgens met 10, 9 en 7 ft buskruid geschoten was, zijnde met de kleinste lading de grootste afstand bereikt. - Ook om de meest doeltreffende lengte der vuurmonden te leeren kennen, hadden te Scheveningen, op last van Prins JJ au rits opzettelijke proeven plaats, met een kanon van 24 ft waaruit met eene zekere lading geschoten werd daarna werd een gedeelte van het langeveld afgezaagd en met dezelfde lading op nieuw gescholen, waarbij men tot de destijds zeer bevreemdende uilkomst geraakte, dat niet de langste vuur monden het verst schieten, »'t geen men soude meenen dat het legen nature ware, ende slrijt oock met het gevoelen van alle oude schrijvers." Uit eene vergelijking van het materieel der Nederlandsche artillerie in het begin der zeventiende eeuw, gelijk dat hier boven in groote trekken is geschetst met het hedendaagsche mag alzoo blijken op welk een betrekkelijk Imogen trap van volmaaktheid dat wapen toen reeds was gekomen terwijl uit de vergelijking met de toenmalige artillerieën der overige staten van ons werelddeelbovendien de gevolgtrekking zou mogen worden afgeleid dat de Nederlandsche artillerie alle overigen was voorhij gestreefd. Met regtmatigen trots mogen wij alzoo, ook in dit opzigtonze voorvaderen herdenken; maar evenzeer moet dat bewustzijn hunner grootheid ons aansporen om op het voetspoor dier vadeien voort te gaan, en het onze hij te dragen tot handhaving van den van oudsher gevesligden roem onzer artillerie. Een blik op het personeel zal mede kunnen doen zien dat de dienst bij het wapen volgens vaste voorschriften en tot in bijzonderheden geregeld was, waardoor in den gang van die dienst ongetwijfeld eene groote regelmatigheid heeft bestaan. Het is hekend datin de eerste jaren van het vuurgé- schut, zij die met de nieijwe kunst hekend waren, als 't

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1865 | | pagina 71