22 Maar de booze had zijne prooi niet laten glippen. Ge duldig had hij gewachtwetendedat de tijd komen zou wanneer de oorlog, die onvermijdelijke medgezel van alle verandering die groote hefboom in eene wereld, waarin op geen gebied zonder strijd vooruitgang mogelijk is, hier zijne vanen zou planten. Die tijd is gekomen. Sedert weken zijn op eene ruimte van weinige vierkante mijlen 40,000 Pruissen zamengedrongen honderden stukken slaan tegen over elkander in batterij met hunne duizenden projectilen dood en verderf zaaijende. Allerwege is het terrein met ko- lonnewegen doorsneden waarover geschut en proviand ver voerd wordt. Hel pas opkomend graan is meedogenloos vertrapt onder de hoeven der paarden. Vernield zijn ook de vele heggen, die aan de streek een zoo gezellig voorkomen ga ven maar nu de communicatie te zeer heiemmerden. Hoe meer men de hoogten nadert, op welke de Düppeler schansen somber tegen den horizon afstekendes te meer neemt de verwoesting toe. De huizen, grootendeels door hunne bewo ners verlaten zijn, waar zij al niet in de nabijheid der werken uitgebrand zijntoch van hunne daken beroofddeuren en ramen ingeslagenhekken en schuttingen weggenomende vruchtboomen omgehaktalles om tot brandstof te dienen op het koude bivouac. Want koud en guur is hel hier geweest in den winter aan den oever der zee. Donkere wolken hebben weken lang de zon geweerd en zijn onuitputtelijk geweest op hel punt van hagel, regenen sneeuw. Somher rigtte vaak de pruissische soldaat den blik naai de dreigende kimmen, toen hij in het begin schaars van het noodige was voorzien, uitgeput van den vermoeijenden ar beid en den slependen en roemloozen strijd. In plaats van bewondering te gevoelen voor de kleine schaar, die met zooveel moed en volharding den toegang tot hare eilanden verdedigde, had een gevoel van wrevel zijne ziel vervuld en dat gevoel had zich tegenover Sondcrburg

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1865 | | pagina 80