38 dat ook hij zijn bloed voor het vaderland heeft kunnen stor ten. Met zaamgepcrsle lippen laat hij geen kreet van smart ontsnappen, als de sonde in de wond dringt, om er den kogel uit te halen en bij zijn vertrek in den ziekenwagen is zijn eenige vraag: «Maar dat beloof je mij toch, doctor, »dat ik van den winter op het casino weer alle dansen zal kunnen meêdansen De volgende gekwetste heeft een ernstiger wond. Een kartelskogel heeft zijn reglerarm zoodanig verbrijzelddat hij moet afgezet worden. Hij behoort lot de reserve van een Brandenburgsch regement en verdiende, voor den oorlog, als tuinmanmet vrouw en kind een eerlijk stukje brood. Meer dan de pijn zijner wond smart herti het donkere voor- uitzigt voor zijn huisgezin; maar de arts spreekt hem moed in en verzekert hem dat hij een voldoend pensioen beko men zal. Eenigzins kalmer geworden, wordt hij gechloro- formiseerd en ondergaat in dien toestand de operatie. Een jonge, vrolijke Einjahrigerheeft van een Deenscli officier, dien hij gevangen nam, een sabelhouw over het voor hoofd ontvangen. In den doctor herkent hij een oude akademie-kennis en op familiaren toon roept hij uit: »Nou nouwe jongen, neem nou je gereedschap en lap me die «boel weêr eens aan mekaar; die Deen ging met den sabel «even goed om, als de lange Senior van de Vandalen, daar gij het eerst meê gevochten hebt toen ik te Heidelberg lid »van het korps werd. 't Is toch kranig, dat ik nu ook een ilikteeken uit den oorlog op mijn gezigt meedraag, en niet «alleen die krabben en schrammen van mijn studententijd. «Ik wed dat de ouwenheer er zoo lekker over is, dat hij al «mijn beeren betaalt Een andere gewonde ligt reeds te zieltogen als hij wordt aangedragen. Zijn oog is halfgebroken; hij ademt nog slechts bij tusschenpoozen het koude doodzweet bedekt het bleeke voorhoofd. Als de arts hem verbinden wil, zegt hij met zwakke stem: «Gij kunt uw tijd beter gebruiken, doctor; »met mij is het voorbij,» en met een zucht en de woorden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1865 | | pagina 96