39
so mijne arme moeder, mijne moeder verlaat zijne ziel deze
aarde voor betere gewesten».
Maar niet alleen Pruissen zijn hetdie hier verzorgd
worden; ook den Denen valt een gelijk lot te beurt; zoodra
de vijand gevangen en nog vooral daarbij gewond is, is bij
een broeder geworden. Treffend is het soms te zienhoe
voorkomend en hartelijk de soldalen voor hen zijnals wilden
zij het hun weder vergoedendat zij hun zoo pijnlijke won
den toebragten.
Zeer verschillend is de houding der gewonde Denen. Een
groote, slanke Deen, van de eilanden, met golvend hoogblond
haarstaart nu nog met zijne blaauwe oogen trotsch en uit
dagend op de omringende Pruissen.
Zwijgend en zonder een spier te vertrekkenondergaat
hij de smarten van een doorboorden schouderzwijgend laat
hij zich verbinden; de uitslag van het gevecht van heden,
de onmogelijkheid voor hem om de nederlaag te wreken
schijnen zijne eenige smarten. Met diepe verachting ziet hij
neer op een kleinen Jut, die onder luid gejammer eene ligte
wond laat verbinden en nadat daardoor de pijn wat gestild
is, met moeite weerhouden wordt, om voor den doctor te
knielen.
Met onderwerping gedragen zich eenige Zuid-Sleeswijkers
tegen hun zin in het Deensche leger gehouden; meer dan de
pijn hunner wonden smart hun het bewustzijndat zij die
verkregen hebben in den strijd tegen hunne oude bondge-
nootenaan wier zijde sommigen zelfs in den veldtogt van
49 tegen de Denen gestreden hadden.
Terwijl zoo de gewonden geholpen wordenwijden zich
andere manschappen aan eene minder luidruchtigemaar niet
minder smartelijke taak.
Op het slagveld zijn twee diepe kuilen gemaakt, de een
voor de Deensche, de ander voor de Pruissische gesneuvel
den. Met het zakboekje in de hand staan eenige officieren
er om heen, om zo mogelijk de namen en kompagniën der
gevallen Pruissen en de regementsnommers en signalementen