40 der Denen op te teekenen, terwijl zij de horlogies, het geld enz. in ontvangst nemen om ze zooveel mogelijk aan de na gelaten betrekkingen te doen toekomen. Voor de Denen ge schiedt dit dan door een parlementair, die naar het Deen- sche hoofdkwartier op Alsen gezonden wordt. De eenvoudige begrafenis, zonder plegtigheden of aanspraken, maakt een wee moedigen indruk. Bijna elk van de lijken wordt door een tier omstanders herkenddie dan een of ander omtrent den peisoon zelf, of zijne familie-omstandigheden mededeelt. Deze was een onderofficier, die juist voor zijne lange, trouwe dien sten met een goed postje bij de staatsspoorwegen beloond zoude zijn geworden en nu vrouw en kinderen onverzorgd achterlaat. Die was de zoon eener arme officiersweduwe wien de dood belet heeft, voor zijne moeder te zorgen zoo als haar ontslapen echtgenoot gedaan had. Gene weder had eene weenende bruid achtergelaten, aan wie hij met al de liefde van zijn jeugdig hart hing, en wier portret, door zijn bloed gekleurddoor den kommanderenden-officier uit zijn borstzak genomen wordt, om het der verlatene terug te zenden. Een ander was de ziel en de, vreugd der kom- pagnicdie zoo menigen langenj marschzoo menigen kou den nacht door zijn onuitputtelijke aardigheden had helpen verkorten. Niet voor allen is de doodstrijd even zacht geweest. De meesten, die door geweerkogels getroffen zijn, zien er uit, als hield slechts een diepe slaap hen bevangen, Pijnlijk en bitter daarentegen is de uitdrukking op het gelaat van hen die door een baijonetsteek het leven verloren hebben. Hunne trekken zijn veranderdhunne vuisten krampachtig gesloten hunne uitdrukking, als ware hun laatste woord eene ver vloeking geweest. Weèr andere lijken zijn door geschutkogels zoo misvormd, dat zij niet meer dan een bloedigen klomp schijnen waaraan dikwijls hoofd, armen en beenen ontbreken. Maar wij wenden ons af van dat hartverscheurend tooneel, om zachter indruk te ontvangen bij het lezen der opschriften

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1865 | | pagina 98