2!) Balmaceda 29 October. Balmaceda is een aardig stadje. Het duurde lang eer ik een kwartier vond. Eindelijk nam mij de adjudant-generaal graaf Los Valles op, Geschikte genie-officieren ontbreken hier; de overste Rah- den en Strausz zijn de eenige zaakkundige officieren van dit wapen. Des te meer onderscheidt zich hier de artillerie, onder de bekwame leiding der beide generaals Montenegro. De luit.-kol. vicomte Barbes, de heeren Laborde, La Cour, Coetlagon de reeds vroeger genoemde overste Sab.athiel graaf D'IIes- senne, alle Franschende kolonels Rahden en Strauss, de luit.-kolonel Both de kapiteins Keltsch von Swiedersky Linden, meest alle Duitschers; twee Zwitsers, Servent geheeteneenige Piemontezen, waaronder vooral Inciiisa ge noemd moet worden zijn de uitstekendste vreemdelingen die ik in de gelegenheid ben geweest te leeren kennen. Velen hebben hun goed en bloed voor de Carlislische zaak opgeofferdwaaronder in het bijzonder een Franschman Acbry, wiens dolzinnige dapperheid hem in de vijandelijke gelederen voerde, gevangen genomen werd en in Villa lieul de Zumarrago op bevel van Mina dood geschoten werd welk lot ook verscheidene Pruissische officieren te beurt viel. Wij komen van een' rid en ecne expeditie tegen het fort van Villa nueva terug. Het geheel bepaalde zich tot eene recognosceringtot welk einde vier kompagniën van hel 7dc en ydc Castilische bataillon uit de liniën vooruit rukten. Wij hadden hierbij eenige dooden en gewondenonder- welke laatste een charmant jong Fransch officier, ik gcloof dat hij Labop.de heette, zich bevond. Na de verkenning wisten wij niet veel meer dan te voren. Ik verbeelde mij echter, dal de generaal beter zou gedaan hebben een ernsligen aanval op Villa nueva te doen. Gisteren liet de generaal een spion en een vrijwilliger die een sergeant gewond had en tot den vijand wilde over- loopen doodschieten. Hij krabde zich de tanden en zeide zeer koelbloedig: »C/te li manda un confessor. Men geeft ze een biechtvader

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1866 | | pagina 103