59 gedaandoor den opstand en de afscheuring van de Zuidelijke Nederlanden de volkstrots was gekwetst bij het denkbeeld dat vreemden zich kwamen mengen in onze binnenlandsche aangelegenhedenen ons daar de wet wilden voorschrijven; en toen die vreemden zich gereed maakten om maglige le gers en vloten tegen ons af lie zenden toen juichten wij den Koning toe dat hij moedig den kamp voor 's lands eer wilde ondernemen; en met geestdrift herinnerden wij ons de lang vervlogen dagen, loen een zijner voorouders evenzeer het hoofd had geboden aan het vereende Frankrijk en Engeland. Wie de dagen van 1852 beleefd heeft, weel dal die geest van vaderlandsliefde en ijver voor de volkseertoen algemeen was bij ons; en clat van Dam van Isselt niet anders deed dan zeggen wat allen dachten, wanneer hij in zijn bezielden wapenzang aan de glorie van het verleden herinnerde, en de gelofte deed, dat de tijdgenoot die glorie niet onwaardig zou zijn s Hier staan zij nog de leeuwbanieren Die 't volk bij Nieuwpoort heeft gezwaaid; Die vlag blijft nog de vloot versieren Die eens bij Chatlam heeft gewaaid. Die moed woont nog in aller harten, Die eens de voorzaat heeft hezield Waardoor een volk de dood durft tarten En voor geen vreemden nederkniell." Dus was de gesteldheid van zaken in Oud-Nederland, toen Frankrijk's legerscharen hunnen opmarsch begonnenom als uilvoerders van den wil der Londensche Conferentie, door kracht van wapenen een einde te maken aan den tegenstand van Koning Willem 1. Allereerst waren onze vijanden be sloten tot het belegeren van de citadel van Antwerpen was eenmaal die sterkte vermeeslerd dan was Bclgiën's grootste koopstad verlost van het dreigend gevaar van door het oor logsvuur te worden vernield en dan was daarmede een groote stap gedaan tot verzekering van Belgiën's nationa liteit.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1866 | | pagina 113