A\ Het uur van strijd en worsteling was aanstaande: met bran dend verlangen werd uitgezien naar wal de dag van morgen zou aanbrengen en het Ilollandsch hart vleide zich nog met de lioop dat dit zege en overwinning zou zijn. De vesting toch, die door Frankrijk's legerscharen zou worden aangevallen had wel geene buitengewone sterkte maar de bezetting die zij bevatte gaf haar waarde; vier duizend man waren binnen de citadel, beproefde soldaten, die met vreugde het oogen- blik zouden begroeten waarop de donder van 's vijands ge schut, afwisseling en gloed zou geven aan dat eentoonige en vermoeijende leven dat zij reeds twee jaren op de citadel hadden geleid; aan kundige en dappere officieren ontbrak het daar niet; de artillerie het hoofdwapen bij eene belege ring had een Seelig aan haar hoofd en de grijze opper bevelhebber was een uitstekend oorlogsman wiens naam populair was geworden als symbool van soldaten-dapperheid, zoo niet van veldheers beleid. Nabij de citadel lagen een twaalftal kanonneerhooten de onverschrokken Koopman voerde daar de wapenbroeders van van Speijk aan. Eene sterkere seheepsmagt was, onder Lewe van Adüard, tusschen Balhen Lillo vereenigd gereed om de Schelde op te stevenen en de benarde citadel ter hulp te komen. Maar allermeest werd die hulp verwacht van hel sterke en uitmuntende leger dat Oranje in Noord-Braband aanvoerde; dat leger, zoo hoopte men zou oprukken den vijand slag leveren en door het behalen der overwinning ontzet aanbrengen aan Chassé's ves ting. Zoo waren de verwachtingen, zoo was de hoop, die wij, Hollanders, toen koesterden. Weldra bleek het ongegronde dier hoop het ijdele dier verwachtingen. Oranje's leger rukte niet op tot ontzet, het werd door 's Konings bevelen tot werkeloosheid gedoemd de monarch deinsde terug voor de onzekere uitkomst van eenen veldslag en voor de gevaren die het algemeen worden van den oorlog, over Holland konden uitstorten. De vloot bij Bath en Lillo bleek niet bij magtc om tot Antwerpen's citadel door te dringen; de beide oevers der Schelde waren te zeer met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1866 | | pagina 115