42
fransche batterijen bewapend dan dat het mogelijk zou zijn
dat een oorlogschip, zonder zich aan eene wisse vernieling
prijs te gevenzich verder op dien stroom waagde eene
enkele poging om door te breken mislukte en koste het leven
aan den admiraal Lewe van Aduard. Ook de kanonneerbooten
bij Antwerpen vermoglen weinig tegen den vijand en hadden
genoeg te doen met zich maar, eenigzins, aan het geschut
vuur der franschen te ontrekken. Het kwam er dus daarop
neer, dat de citadel geheel op zich-zelve bleef staan, dat zij
noch ontzet noch hulp had te wachten dat zij dus moest
vallen. De vraag was maar hoe lang kon die val nog worden
vertraagd, en door welke wapenfeiten worden verheerlijkt?
Wie schelst de gespannen verwachting de brandende deel
neming, waarmede Nederland toen den kampstrijd gadesloeg
die aan de oevers der Schelde werd gevoerd; wie schetst het
trillend ongeduld van Oranje's leger dat daar met het geweer
bij den voet stond en dat zijne wapenbroeders in nood en
doodsgevaar wist zonder iets te kunnen doen om hen bij
te staan Bij nachtelijke stilte weergalmde de donder van het
geschut van Antwerpen over de heidevlakten van Noord-Bra-
band en deed de eenzame schildwacht op de vestingwallen
opmerkzaam luisteren; dat sombere geluid verkondigde het,
dat de strijd aanhield en dat Neerland's zonen nog altijd
hunne vijanden het hoofd boden; maar, hoe lang zij dit
nog zouden doen welke erdedigingsmiddelen nog ter hunner
beschikking stonden, welke kansen zij hadden om hunnen
wederstand nog lang en glorievol voort te zetten omtrent
die vragen verkeerden wij allen toen in de kwellendste en
wreedste onzekerheid.
Geheel afgebroken was de gemeenschap met de citadel
niet, maar onzeker en zeer gevaarlijk. Hoek, een onver
schrokken zeeman ging meer dan eens met eene kleine boot
de Schelde op en af, langs 's vijands dreigende batterijen
heen, en ontsnapte dan, door de duisternis van den nacht,
aan de waakzaamheid der fransche wachten en posten. Op
die wijze kwamen er, hoewel schaarschberigten van den