Hi 1852 door den Directeur Generaal van Oorlog, de Eerens aan den generaal Chassé geschreven, vindt men, aan het slot, de volgende voorschriften: »Met een onbegrensd vertrouwen wordt dan ook verder alles, wat tol de krachtdadige verdediging van den u aan vertrouwden post kan strekkendoor Zijne Majesteit geheel en al aan Uwe Excellentie overgelaten, en reeds vooraf ten volle goedgekeurd; waarvan ik de eer heb Uwer Excel lentie hiermede de plegligste verzekering te geven. Alleen vinde ik mij nog verpligt, ten einde geheel en al aan den voor mij zoo vereerenden last te voldoen, Uwe Ex cellentie ten slotte bekend te maken, met. de vaderlijke be zorgdheid des Ronings, voor den persoon van zijnen lioog- geschatten Generaal en voor hel dappere garnizoen der Ci tadel op welke thans aller oogen zijn gevestigd: de Koning vreest, dat het aan lloogstdcn/.elven zoo welbekend man moedig karakter van Uwe Excellentie, U, in die verdedi ging, soms, builen het. geval van volstrekte noodzakelijkheid, nog verder zou kunnen leidendan de bepalingen der In structie voor de Plaatselijke Kommandanten, in 1815 vast gesteld, mede brengen. Hij wil geene roekclooze opoffering van zoo vele braven en verlangt dat wanneer aan eer en pligt voldaan, en, door hun gedrag, aan Oud-Nederland de duurzame achting van Europa zal verzekerd wezen uw hoog geschat leven en, kan het zijn, dat van velen uwer dappere lotgenoolenvoor Hem en voor hel dankbare vaderland be houden blijven. Dat God de pogingen van Uwe Excellentie met den besten uitslag krooneis ook mijn vurigste vvensch Even zoo wist de bevelhebber der citadel, dat het legci uit Noord-Braband niet tot ontzet zoude oprukken; de held haftige aanvoerder van dat leger had hem dit, in eenen brief van den U. December 1852, gemeld. Wij laten dien brief hier volgen die in ons oog gene zeer hooge waarde heelt omdat daardoor het ridderlijke en edele karakter van iilcm 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1866 | | pagina 119