50 toe zijne bestokers af, en gaven, vooral bij gebrek aan grof geschutbun opzet op het Slot te vermeesteren. Zij hadden hem anders, als Hierges opmerkte, een leelijke kool kunnen stovenen ware het zeker (als deze mede schreef) te bejam meren geweest, een zoo vaardig dienstman als Anderleciit voor zulk een «gat" als 's Ileerenberg te verliezen. Ander- leciit's brieven aan Kanselier en Raden, geven ons, in zijn cigenaardigen ongedwongen schrijftrant, een even uitvoerige, als vermakelijke schets van de berenning en vermeestering van 'tstadjenen de vcrgeefsche herhaaldelijke bestorming van 'tslot, die we ons daarom thans door hem zelf willen laten vertellen. Reeds 's nachts van den 27»ten waren (naar hij meldt) de Geuzen, die met wel 700 man te Eltenen met nog meer in Ter Borg cn elders lagen op hem afgekomen en had den ischutgevaarl" met hem gehouden; toen intusschen dc dag aankwam was er niemand meer van hen te zien. Hij wachtte ze echter den volgenden nacht terug, en verzocht dus, hem, in alie vaardigheid, een twintig schutten, een halve ton van 't beste pulver, en 10 of 12 pond lonten te zenden. Hij zou dan zijn uiterste devoir doen" en kon men zich dus verzekerd houden, dat men hem «niet levendig van den huize zou krijgen;" hulp hoewel hij die trouwens toch niet verkreeg had hij «merkelijk van doen." Zijn verwachting, dat de Geuzen weldra terug zouden ko men vond zich reeds den volgenden dag bewaarheid. «Edele, wijze, waardige cn hooggeleerde Heeren!" schreef hij daar omtrent, den 28sUn aan Kanselieren Raden van Gelderland: jop gisteren omtrent één uren zijn de Geuzen, met twee opgestrekte vendelen en ettelijke paarden na mijn bedunken tot 18 of 19, van Elten voor deze stad gekomen, waarop de poorten gesloten werden maar de portiers met al de burgers gingen loopen zoodat ik, met mijn volk, de poorten zelf moest gaan dicht sluiten. Dit gedaan zijn wij getogen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1866 | | pagina 124