70
en dieper in 't hart te drukken, 't fs als leeft hij alleen door
die steeds bloedende wond."
sMaar," zeide ik, hij zal toch wel eenige reden hebben.
Misschien is hij door anderen voorbij gegaan, die mindere
aanspraken hadden dan hij al is het maar door één en
kele, dat is toch hard."
De vreemde heer glimlachte.
iNu ja, hij is door enkelen voorbij gegaan, die in vele
opzigten niet in zijne schaduw konden staan; maar wat zegt
dat nog? Er zijn maar enkele gelukskinderen wie dat niet
gebeurd. Als de fortuin morgen mijn buurman, die zich
alle dagen bedrinkt en zijne vrouw afklopt, een kist vol bank
noten t' buis brengtmoet ik daarom mij 't harnas aan
trekken Als mijn kruidenier, die een ezel is, vandaag in
den gemeenteraad wordt verkozen met eene meerderheid van
tien stemmen boven mijmoet ik daarom stampvoeten en
kwaad worden? Wel, ik bedank er hartelijk voor!" riep de
vreemde heer, zich eenigzins driftig op zijn stoel draaijende
en de cigaar op het bord stootende; »op die wijze zou
men het vvel druk hebben met zich hoos te maken."
sZoo iets is u zeker nooit overkomen," meende de rei
ziger, zijne koftij slurpende. »Dat is even alsof ik, die goeden
wijn lever, door mijn klanten, welke ik naar eisch bedien,
aan de deur wordt afgescheept, terwijl een knoeijer die rood-
gemaakt water met alcohol en vruchtenwijn gemêleerd slijt,
in mijne plaats komt."
»'t Is juist zoo was hel antwoord. Al lapt gij den klaar-
sten wijn, er komen knoeijers tusschen beiden, die uwe
waar voor een poosje in miscrediet kunnen brengen,maar
op den duur toch niet. Gij zegt, dat bel mij nooit is overkomen,
te zijn voorbij gegaan? Dan zou ik eene uitzondering maken
op den algemeenen regel maar als men maar altijd klaren wijn
tapt, dan komt men op 't eind toch waar men wezen moet.
Ik ben er ook gekomen."
De vreemde heer stond op. Hij groette beleefd, nam zijn
hoed en stok en ging, na eene nieuwe cigaar te hebben
aangestokenheen.