90 bij hel schallen der trompetten, verschijnt hier de onverbid delijke doodsengel neen hij loert ditmaalbleek helsch achter het ziekbed, niet juichend of onder den donder van het geschut den doodsnik gevendeis het af scheid van deze wereld; neen! het sterfklokje verkon digt, zacht, treurig en weemoedig aan de vrolijke, levens lustige menigte dat in dezen oogenblik een broeder of eene zuster gestorven is. Ja, dacht ik, onder deze grijze plooijen klopt een nog moediger, stouter, edeler hart, dan onder den wapenrok van den krijgsman het wambuis van den zeeman den pels- rok van den beerenjager Moed en kracht om te vernielen en te verdedigen is een attribuut van den man, hem wacht de laauwerkranshaar behoort de eikenkroon. »Ja, zegt Ambrbt" en met zijne woorden eindigen wij dit opstel en ook onze wandeling: «L'ordre des soeurs de charité n'cst pas une institution, mais une inspiration. Ce n'est pas la realisation de la pen- sée d'un ministre mais la revelation d'un saint. Nous ne pourrions done écrire l'histoire des soeurs de charité encore moins discuter leur action dans les armées. La soeur est a nos yeux le reflet de la familie; cl Ie re- présente la mère du soldat. Comme la mère elle se sacrifie Breda, December 1865.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1866 | | pagina 164