32 Overplaatsingen. Bij Min. disp. is aan de Kadetten S. de la Parra van de Infanterie in Oost-Indië, en W. H. Smits, van dat wapen in West-Indië, toegestaan om onderling van bestemming te ruilen. Ontslag. Bij onderscheidene Min. disp. is op hun verzoek eervol ontslag verleend aan de volgende Kadels als: E. A. W. Camp en C. G. Janssen, van de Infanterie hier te landeJhr. W. R. II. de Haze Bomme en E. W. de Fiel- liettaz Goethart, van de Kavallerie hier te lande, F. Rut gers van de Artillerie hier te lande. Bij onderscheidene Min. disp. zijn eervol ontslagen de Ka detien A. J. M. Visser, van de Artillerie hier te lande J. W. Bennevvitz en G. P. C. Zaun van de Infanterie in Oost-Indië. Overlijden. De Akademie had het verlies te betreuren van den Kadet H. M. Pichot Lespinasse, van de Infanterie hier te lande, die, op den 20" Januarij '1863, in de Ziekenzaal overleed, alsmede van den Kadet J. W. van France insgelijks van de Infanterie hier te lande, die, op den 10D Junij daaraanvol gende, ten huize zijner betrekkingen is overleden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1866 | | pagina 60